Dit jaar besloot ik iets nieuws te proberen: niet schoffelen in de tuin. In plaats van al het kleine spul meteen weg te halen, liet ik het eens staan. En wat bleek? De natuur verraste me. Overal kwamen jonge stekken op van bestaande planten, en er groeiden nieuwe plantjes op plekken waar ik niks had gepland. Het voelde een beetje als gratis cadeautjes uit eigen tuin.
Niet schoffelen: rommelig of juist slim?
Schoffelen lijkt heel praktisch: je haalt snel en efficiënt alle ongewenste groei weg. Maar het probleem is… wat is ‘ongewenst’? Kleine plantjes kunnen ook toekomstige pareltjes zijn. Doordat ik niet heb geschoffeld in de tuin, kregen allerlei zaailingen en jonge stekken de kans om te groeien. Ik ontdekte nieuwe pollen vrouwenmantel, jonge plantjes van mijn Verbena bonariensis en Helleborus en zelfs zaailingen van planten die oorspronkelijk uit de tuin van de buren kwamen aanwaaien. Ik heb er nieuwe favorieten bij!
Zelf stekken, ruilen of verplanten
Die spontane groei leverde mij niet alleen een vollere tuin op, maar ook extra planten om te verplanten, weg te geven of te ruilen. Veel van die jonge plantjes kun je prima op een andere plek zetten en zo je tuin uitbreiden zonder dat je naar het tuincentrum hoeft. Of misschien kun je ze ruilen met andere tuinliefhebbers of een keer meedoen aan een stekkenmarkt.
Onkruid blijft onkruid (meestal)
Natuurlijk is het niet zo dat je alles zomaar moet laten staan. Sommige planten zoals distels, kun je meestal meteen herkennen — die trek ik er gewoon met de hand uit. Door af en toe letterlijk met je handen door de tuin te gaan, houd je de boel netjes én geef je jezelf de kans om nieuwe groei te herkennen voordat je het per ongeluk wegschoffelt.
Laat het groeien, zie wat het wordt
Wil je je tuin wat natuurlijker laten groeien en jezelf verrassen? Overweeg dan eens om even af te zien van het schoffelen. Laat het opkomen, zie wat het wordt en beslis dán of je het weghaalt of juist laat staan. Niet schoffelen in de tuin betekent minder controle maar juist daardoor meer verrassing — en wie weet wat voor moois je tegenkomt.